Tijdens de coronacrisis werd de herlanceringsprocedure ingevoerd om bedrijven in de problemen alsnog door die moeilijke periode te loodsen en faillissementen af te wenden.
Door de aanhoudende economische moeilijkheden als gevolg van de Oekraïnecrisis blijft het voor veel bedrijven een moeilijke periode. Het aantal faillissementen neemt gestaag toe.
Op voorstel van vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne heeft de ministerraad vrijdag de verlenging van de zogenoemde herlanceringsprocedure voor ondernemingen in moeilijkheden goedgekeurd. De maatregelen lopen nu tot 31 december 2022.
In volle coronacrisis voerde de regering initieel een moratorium op faillissementen door om de economische schok op te vangen. Dat was een nodige maatregel maar tegelijk een bot instrument dat problemen vooruitschoof.
In maart 2021 keurde de Kamer een wetsontwerp van vice-eersteminister en minister van Justitie Vincent Van Quickenborne en minister van Middenstand en KMO’s David Clarinval goed.
De tijdelijke wet zorgde voor een meer fijnmazige oplossing. De drempels voor gerechtelijke reorganisatie werden sterk verlaagd. Zo konden bedrijven in moeilijkheden sneller samen met schuldeisers een afbetalings- en reorganisatieplan uitwerken en het faillissement voorkomen.
Ook de herlanceringsprocedure werd geïntroduceerd. Daarbij werd het mogelijk om, nog voor in een openbare gerechtelijke procedure te stappen, in alle stilte al met de schuldeisers zo’n oplossing te bemiddelen.
Sindsdien kunnen bedrijven naar buiten treden op het moment dat er al een oplossing is. Op die manier wordt niet meteen in het Staatsblad gepubliceerd dat het bedrijf in moeilijkheden zit.
Dit zorgt er immers voor zorgen dat andere ondernemingen niet meer willen samenwerken met de onderneming in moeilijkheden waardoor een sneeuwbaleffect ontstaat.
Bedrijven hebben zo meer kans om zich door de moeilijke periode te loodsen.
Om te garanderen dat schuldeisers en medewerkers geïnformeerd zijn en alles correct verloopt, staat deze procedure onder toezicht van een gerechtelijk mandataris.'